Tijdens de ochtendwandeling met Foxy belandden we in een park met een bloeiende Jacaranda in het midden. Aan de grasrand stonden twee witte bankjes. Op een ervan zaten twee mannen gebroederlijk naast elkaar, beide gekleed in grijze overall. Bouwvakkers of schilders, schatte ik.
Het was halfelf, schafttijd. Aan weerskanten van de bank stonden grote thermoskannen. De potige arbeiders aten iets onbestemds dat in aluminiumfolie was verpakt. Zowaar een vredig stilleven onder de paarse boom en de blauwe lucht.
Roemenen of Polen, zei mijn nationaliteitenneus. In elk geval Oost-Europees, niet uitzonderlijk in hun métier. Ze zaten geconcentreerd op hun mobieltjes te tikken. Chatten met moeder-de-vrouw in Cluj of Krakau, dacht ik direct. Maar niets bleek minder waar.
Terwijl Foxy tegen de Jacaranda plaste, hoorde ik ‘bliep’, afkomstig van de mobiel van een van de werklui, waarna een vrouwelijke robotstem in het Spaans zei: ‘cerveza’. Een seconde later bliepte de telefoon van zijn collega: ‘divorcio’. Ik herkende die robotstem en groef diep in mijn geheugen.. Plots wist ik het! Niks contact met vrouwlief, de heren gebruikten Duolingo, een app om Spaans te leren.