El Flaco


Het overkomt me in Barcelona regelmatig. Dat, als je zegt dat je Nederlander bent, ‘Jóhan Croeyf’ onwillekeurig het gespreksonderwerp wordt. Het enige onderwerp; de tijd is altijd korter dan de anekdotes en herinneringen lang zijn. De ogen van de gesprekspartner – taxichauffeur, café-gast of huisarts – beginnen steevast te glinsteren, de toon wordt devoot. In het voetbalgekke Catalonië heeft iedereen een Cruyff-verhaal. Volwassen mannen die wegdromen, soms tranen in de ogen, weer even jochies zijn. Arbeiders of directeurs, independistas of unionistas, in bewondering voor Johan is het volk één. Zo egaliseert en verzoent Johan, zoon van een groenteboer uit de Jordaan, postuum een gespleten natie. De Catalanen hebben hun geloof in Kerk en Madrid verloren; mocht er onverhoopt toch een hemel zijn, weet men dat De Verlosser daar zit, op het bankje naast God. Of net een treetje hoger, want – zo had Hij kunnen zeggen – ook God hep advies nodig bij de opstelling.

Gisteren ging nog een stap verder. Nadat ik mijn nationaliteit prijsgaf aan de taxichauffeur die mij eerst Duitser had geschat (waarvoor hij zich later verontschuldigde en daarbij de WK-finale van 1974 en uitdrukkingen uit de jaren ‘40 niet onvermeld liet), ontpopte de Catalaan zich tot heuse Cruyffisto. Hij kende iedere stap in de loopbaan van ‘Jóhan’, dreunde moeiteloos de doelpunten van Ajax in drie gewonnen Europa Cups I op, inclusief makers en minuten, en wist Cruyff’s beroemdste uitspraken in twee talen te reproduceren. Lessen in voetbalgeschiedenis op de achterbank en nog goed voor mijn Spaans ook. Zo weet ik nu dat ‘El Salvador’ helemaal geen bijnaam is die Spanjaarden aan Cruyff gaven (puur Nederlands bedenksel), maar ze hem hier wel ‘El Flaco’ noemden, ‘De Magere’. 

Hoewel we allang op de plaats van bestemming waren aangekomen, weerhield dat de taxisto niet zijn hagiografie voort te zetten. Hij had de meter stilgezet. Zijn verhalen verveelden geen seconde, doch mijn volgende afspraak, de fysiotherapeut, riep. Via een ‘A-of-B’-vraag trachtte ik in balbezit te komen: “Slotvraag, Cruyff of Messi?” Even hapte hij naar adem, voor het eerst in een halfuur. Hij keek me recht in de ogen en zei: “Voetbal is werk voor Messi. Hij maakt doelpunten, soms mooie, «y está ». Uiteindelijk verveelt het. Cruyff speelde niet alleen magistraal, hij dacht vooruit, was een tacticus. Cruyff verveelde nooit en verraste elke wedstrijd opnieuw. Voetbal met Messi is als een monogame relatie, voetbal met Cruyff is als de beste seks ooit ». Ik bedankte de man en opende het portier: “lo siento, maar ik moet rennen. Als je ergens niet bent, ben je óf te vroeg óf te laat”.

2020-01-29T09:34:15+02:00janvier 29th, 2020|Barcelona, De ouwe doos, Fryslân, Nederland, Nieuws, Vrienden|