Uitgerangeerd

Uitgerangeerd

Twee weken geleden was ik uitgenodigd in Amsterdam om deel te nemen aan een debat over Europa. Een retourtje Thalys werd geboekt en ik bereidde mij gedegen voor. Ik doe zelden nog publieke optredens en dit betrof een bijeenkomst van hoog niveau. Er mocht dus niks mis gaan. Tot diep in de ochtend van D-day las ik mij in en maakte ik aantekeningen. In opperste concentratie verloor ik de tijd uit het oog totdat ik plots zag dat het al 12:17 was. Mijn trein zou om 12:52 vertrekken vanaf Brussel Midi. Razendsnel kleedde ik mij aan, pakte mijn spullen en bestelde een Uber: 10 minuten wachttijd, het was 12:28. De stress nam toe; het ging nipt worden. Ik annuleerde de Uber en belde Taxi Bleu. Op momenten van crisis heb je meer aan klassieke dienstverlening, dacht ik. Met zweet op mijn voorhoofd wachtte ik voor de deur, koffertje in de hand. De taxi kwam na… 10 minuten. Gelukkig was de Marokkaanse chauffeur pragmatisch ingesteld. Hij kende alle binnenweggetjes en in ruil voor een fikse ‘pourboire’ wilde hij best een paar rode lichten negeren. Terwijl Mohammed richting Zuidstation scheurde, gooide ik alvast een briefje van 20€ op de passagiersstoel. Dat scheelt straks weer een minuut. Hij wist zeker dat ‘we’ het gingen halen. Het zou op de sprint naar het perron aankomen, niet echt mijn sterkste Olympische onderdeel. Het was 12:50 toen de Skoda met piepende banden voor de ingang stopte, trolley uit de kofferbak en rennen alsof mijn leven er vanaf hing. De stationsklok gaf 12:51 aan. Toen had ik forfait kunnen geven, maar er hing teveel van af. Bovendien, soms heb je mazzel en heeft de trein vertraging. Altijd eigenlijk, maar enkel als het niet uitkomt. Ik strompelde verder en kwam zeiknat van het zweet via de defecte roltrap aan op perron 5. ‘There is a God’; mijn gebeden waren verhoord, de trein stond er nog! Wel stond er in rode letters ‘ne pas embarquer’ op de bordjes, maar dat was aan mij niet besteed. Dit was een Noodgeval van Nationale importantie. In een flits zag ik dat van alle wagons nog één deur openstond. Ik greep deze laatste kans en wierp mij met een laatste krachtsinspanning naar binnen en zeeg total-loss neer op een klapstoeltje. De goden waren mij goedgezind en, best een beetje trots, veegde ik de transpiratie van mijn bril. Maar.. er klopte iets niet, de deur ging niet dicht. Ik zette mijn bril weer op en wierp een blik naar buiten. Juist op dat moment zag ik hoe het voorste deel van de trein zich in beweging zette. De stress was in een klap terug. Er slenterde een conducteur op het perron en ik vroeg hem bijna smekend of ik mij in de Thalys naar Amsterdam bevond. “Jawel meneer”, sprak de Vlaming droogjes, “echter in het deel dat zojuist werd afgekoppeld.” Met een rood hoofd klauterde ik de stilstaande trein weer uit. Ik dacht aan mijn debat en zei tegen de beambte: “dan ben ik officieel uitgerangeerd.”

2019-12-29T00:41:02+02:00décembre 24th, 2017|Brussel, Nederland, Nieuws, Parkinson, Politiek|